Camperreis Schotland dag 6: Van Acharn naar Bridge of Orchy

Op weg naar de westkust

Op weg naar de Westkust en Inverary Castle

Vandaag, de 6e dag van de camperreis Schotland, rijd ik richting westelijke kust. Ik rijd door een landschap dat de overgang vormt tussen het laagland en het hoogland. Veel afwisseling dus in het landschap. Bovendien bezoek ik het Inverary Castle het huis van de Duke of Argyll. Ik maak slechts een paar korte wandelingen want het weer is te wisselvallig en voor je het weet ben je doornat. Aan het einde van de dag vind ik weer een overnachtingsplaats met een fenomenaal uitzicht over Loch Tulla.

Als ik wakker word is er een strakblauwe hemel. De weer app bevestigt dat niet en voorspelt een grote hoeveelheid regen. Gisterenavond laat kwamen er op de overnachtingsplek nog twee bestelbusjes aan met 4 Amerikanen die Schotland ‘deden’. Net als ik waren ze onder de indruk van het almaar wisselende landschap. Ze reisden op een vrij primitieve manier: geen voorzieningen in de bestelbusjes. Gewoon je matrasje op de vloer leggen en in je slaapzak slapen. Simpeler kan het niet. Maar ik ben toch maar blij met mijn wat luxere uitvoering van mijn camper.

Op weg naar de westkust

Na het ontbijt ben ik op weg gegaan. Ik verlaat met enige spijt het gebied rond het prachtige Loch Thay. Ik rijd meer naar het westen omdat ik morgen het Isle of Mull wil bereiken. De route gaat grotendeels over A-wegen die goed te berijden zijn maar toch wel aan de smalle kant zijn. Vaak moet je tempo minderen als twee brede wagens elkaar passeren. De route gaat voor een gedeelte langs de westelijke oever van Loch Lomond. Een mooie route. Helaas zijn er onderweg maar weinig parkeerplaatsen om van de diverse uitzichten te genieten.

Foto’s maken is ook al lastig. Aan mijn nieuwe camera ben ik nog lang niet gewend. Daarbij komt nog dat het weer zo snel verandert en daardoor de lichtomstandigheden dat als je de camera eenmaal hebt ingesteld, die lichtomstandigheden weer helemaal anders kunnen zijn en je weer opnieuw kunt beginnen met instellen. Als voorbeeld plaats ik twee foto’s van een zelfde beeld maar onder andere lichtomstandigheden. Er zit niet meer dan 2 minuten verschil tussen deze 2 foto’s.

Op weg naar de westkust

Wat me opvalt in Engeland en Schotland is dat er zo weinig nieuwe en vernieuwende architectuur te zien is (de grote steden zijn natuurlijk uitzonderingen). Daarom was het verrassend dat bij een van de uitzichtpunten er door een jonge veelbelovende architect een prijswinnend uitzichtplateau was gebouwd. Een van de weinige voorbeelden van vernieuwende architectuur. Het haalt het uiteraard niet bij de Noorse voorbeelden die ik een paar jaar geleden tijdens mijn Noorwegen-reis zag.  Ze zijn vaak veel gedurfder. Ze contrasteren vaak sterk met de omgeving maar sluiten er tegelijkertijd goed bij aan. Maar er is in Brittannië blijkbaar nu een grootschalig initiatief ontwikkeld om nieuwe veelbelovende architecten te promoten. Prins Charles zal er niet gelukkig mee zijn. Die laat zich niet onbetuigd door te prediken dat er gebouwd moet worden zoals dat in de 19e eeuw gebeurde.

Vanaf Tarbet wijkt de weg af van Loch Lomond en gaat het door een groot bosgebied. Vanaf de picnicplaats ‘Rest and be thankful’ (ik verzin het niet) ga ik een single track zijweg in met voldoende uitwijkhavens. Het is een heel stille weg door een machtig bosgebied met hoge steile heuvels. Uiteindelijk rijd ik om de noordkant van Loch Fyne om na enkele kilometers aan te komen in Inveraray.

Castle of Inveraray

Daar ligt het kasteel van de Duke of Argyll dat voor het publiek geopend is. Bovendien is er deze week net een Scottish Fair georganiseerd. Ik koop een kaartje voor het kasteel en vraag de medewerkster wat voor soort Fair het is. Het blijkt een markt te zijn met streekproducten, kunstnijverheid en veel Schotse muziek. Ze zegt het met een gezicht of het haar allemaal gestolen kan worden. En bij navraag van mijn kant blijkt dat ook het geval te zijn. Ze zit al vijf dagen te midden van die jengelende ‘kleremuziek’. Zelden een zo weinig trotse Schot gezien. Maar ik moet zeggen dat ik ook gek zou worden van die jengelende muziek en die doedelzakken.

Castle of Inveraray

De dukes of Argyll

Het kasteel is niet heel erg groot. En als zo vaak bij dit soort residenties is het verval wel enigszins te zien in de wandtapijten en het meubilair. Vandaar waarschijnlijk de forse entreeprijs. Maar dan krijg je er ook nog een kasteelgeest bij. In een van de slaapkamers, zo gaat het verhaal, staat een hemelbed maar daarin gesneden de afbeelding van een harp spelende dame. Het verhaal doet de ronde dat als een van de leden van het geslacht Argyll komt te overlijden in deze kamer dat hij dan kort voor zijn dood haar harpspel hoort. Het verhaal werd verteld door een uiterst magere suppoost die met zwaar Schots accent en met gevoel voor drama en rollende ogen dit verhaal vertelde.

Castle of Inveraray

Het geslacht Argyll is een heel oud geslacht en naar men meldt leven er op de wereld 13 miljoen nazaten. Hoe ze dat uitgezocht hebben is mij niet duidelijk geworden. De familie is een typisch voorbeeld van de opkomende Britse feodale adel en het verval ervan zoals we die uit menig speelfilm en tv-serie kennen. Zonder schroom wordt er in diverse tentoonstellingen bewijs van geleverd. Een voorbeeld is dat het stadje Inveraray in de 17e eeuw met de grond gelijk gemaakt is. De reden daarvoor is mij niet duidelijk geworden. Er werd de burgers een mogelijkheid geboden om aan de rand van Loch Fyne, nabij het kasteel, een nieuw stadje te bouwen. Dat was alleen mogelijk voor de burgers die bij de Duke een bedrag van £ 10,– per jaar konden betalen voor huisvesting. De rest moest het maar uitzoeken. Het stadje maakt inderdaad de indruk van een sterk gecentraliseerde stadsplanning waarover door de Duke regie werd gevoerd.

Uit niets blijkt dat de familie veel aan charitas deed. Maar des te meer waren ze actief in de eerste en tweede wereldoorlog. Het is wonderlijk om delen van de dagboeken en brieven te lezen waarin de uitgezonden familieleden verslag gaven van hun ervaringen. Het wekt de indruk of oorlogsvoering een spel is. Langs de neus weg wordt er geschreven dat men gedurende 72 uur dienst deed aan het front en dat het dagboek door een granaatsplinter getroffen was. Maar daarna werd het feest met behulp van de door moeder toegezonden voedselpakketten. Nergens een spoor van het persoonlijk geraakt zijn door de oorlogshandelingen. Ik denk dat het veel te maken heeft met de vaak Spartaanse opvoeding en de tradities van de adellijke families waarin de persoonlijke zielenroerselen nauwelijks of geen aandacht kregen.

Upstairs, downstairs

Er wordt ook aandacht besteed aan de hiërarchie binnen het kasteel. Het grote onderscheid tussen downstairs en upstairs en het ongelooflijk aantal personeelsleden dat nodig was om het kasteel draaiende te houden. Na WO II zie je vervolgens dat er flinke stappen teruggezet moeten worden tot de situatie van nu waarin men vanuit het verleden nog wel privileges heeft maar waarin tegelijkertijd het kasteel opengesteld moet worden voor publiek om dit soort landgoederen te kunnen onderhouden.

Loch Tulla

Na het bezoek aan het kasteel heb ik een heel late lunch genomen in de bus en ben ik verder gereden naar het noorden.

Nabij Bridge of Orchy

Ook hier heb ik weer grote gedeeltes over single-track wegen gereden door prachtige natuurgebieden met kleine dorpjes. Uiteindelijk ben ik aangekomen bij Bridge of Orchy. Niet ver voorbij dat dorp heb ik een mooie overnachtingsplek gevonden op een plateau met uitzicht over Loch Tulla.

Loch Tulla

Er stond al een Brits echtpaar met een Husky hond te genieten van het uitzicht voor zover dat te zien was want veel regen belemmerde het uitzicht. Maar dan bewijst zich weer de optimistische inslag van de Britten: ‘Ja, met regen is het ook mooi. En we hebben toch een paar keer een flinke periode met zon gehad; a beautiful day!’

Als het droog is loop ik nog een rondje en rond 20.30 uur ga ik koken en het gebruikelijke avondprogramma afwerken.

Delen met je netwerk?
(Visited 454 times, 1 visits today)