Dag 29: Van Santa Teresa naar San Cipirello

Het ontoegankelijke aardbevingsgebied

Vandaag rijd ik in de ochtend naar het stadje Salemi toe met een bijzonder maar verwarrend museum. Daarna wil ik een paar plekken bezoeken in het aardbevingsgebied van 1968 dat nog levendig is mijn geheugen staat. Maar helaas onbereikbaar. (78 km).

Salemi

Vanochtend rijd ik naar het stadje Salemi. Het stadje werd door het Siciliaans verkeersbureau betiteld als het mooiste stadje van Sicilië. Dat is nou wel weer overdreven maar voor een keer was de gunstige beoordeling door het verkeersbureau in grote lijnen terecht. De buitenwijken zijn niet heel verrassend maar de oude binnenstad verbergt veel mooie plaatsen.

Allereerst is daar het kasteel van de Normandiërs en de Arabieren. Recentelijk fraai gerestaureerd. Vlak daarnaast staat de ruïne van de moederkerk die tijdens de aardbeving van 1968 grotendeels verwoest is. Nu is het het cultureel centrum van de stad waar veel festivals en concerten georganiseerd worden.

Dan loop ik de mooie binnenstad in en bezoek als eerste het stadsmuseum waarin alle vroeger apart gevestigde musea zijn samengebracht: archeologisch museum, het museum van de Risorgimento, het maffia museum en nog enkele. Goed idee.

Ik vind de geschiedenis van Sicilië verwarrend. Meestal begin ik tijdens mijn reizen na een aantal weken de geschiedenis van het land te herkennen en begin ik structuren te zien. Niet in Sicilië. Het eiland is achtereenvolgens door zo veel mogendheden bezet en er is zo veel oorlog gevoerd (ook veel burgeroorlogen) dat het je duizelt hoe je alles in volgorde moet zetten en in perspectief moet zien.

Jammer dat dit veelzijdige museum daar geen duidelijkheid in brengt. Zaal na zaal staan de objecten uitgestald zonder dat het duidelijkheid oplevert over de betekenis er van.

Boeiend vond ik de veelheid aan oudheidkundige voorwerpen die in de stad is opgegraven en nog steeds wordt opgegraven.

Er is in het voormalige paleis waarin het museum gevestigd is een fraaie interne kapel uit de 17e eeuw met bonte fresco’s.

Het gedeelte over de onafhankelijkheidswording van Sicilië bood wel veel perspectief. Na de idealen van de Franse revolutie sloeg de vlam over naar Sicilië. In de stad Salemi werd een soort revolutionair comité opgericht waarvan nog portretten van de leden en correspondentie van hen te zien is. De met prachtig handschrift geschreven documenten geven inzicht in de wijze waarop het comité werkte.

Tenslotte is er nog het maffia museum. Er is een totaal onnavolgbaar slechte multimediapresentatie waarin uitgelegd wordt op welke aspecten van het leven de Maffia steeds meer invloed begon te krijgen. De gezondheidszorg, de handel en industrie, het onderwijs, de politiek. Maar het is allemaal gefragmenteerd en alles wordt gepresenteerd in kamertjes van ca. 1 vierkante meter in een overigens stikdonkere ruimte. De urgentie daarvan is mij een raadsel.

Daarentegen vond ik de presentatie van vele voorpagina’s per jaar van Italiaanse en Siciliaanse kranten over de Maffia inclusief persfoto’s heel indrukwekkend. Vanaf ca 1850 zie je hoe de organisatie zich ontwikkelde. Van enkele simpele maar wrede zielen tot intelligente en zich in de bovenlaag van de samenleving begevende Maffia bazen. De getoonde wreedheden zijn hemeltergend. Het moet een verschrikking geweest zijn om in die tijd op Sicilië te leven. Overal en altijd kon de Maffia toeslaan.

Ook hier weer aandacht voor het massaproces van ca. 400 maffialeden in Palermo dat van start kon gaan dankzij de inspanningen van de magistraat en rechter Falcone en Borsellino die hun activiteiten in 1992 met de dood moesten bekopen. Wat een helden en wat een moed!

Onder de indruk hiervan loop ik nog wat door het stadje heen en bezoek ik het broodmuseum. Er wordt een overzicht gegeven van de kunstig gemaakte broden in de diverse regio’s. Voor het stadje Salemi zelf is nog een aparte ruimte ingericht met de broden die speciaal gemaakt werden voor de hoogtijdagen en de feestdagen. Wat een vakmanschap!

Daarna loop ik terug naar de camper voor de lunch en vervolg mijn route naar het centrum van het aardbevingsgebied van 1968.

Nuova Gibellina

Het stadje Gibellina was in 1968 zodanig vernield dat herbouw op dezelfde plek niet geheel mogelijk was. Daarom is er een aantal kilometers verderop een nieuw stadje gebouwd: Nuova Gibellina. Het is nog maar enkele tientallen jaren oud maar maakt nu al een verlopen indruk. Tal van bekende kunstenaars en architecten hebben zich met het nieuwe stadje beziggehouden.

Door die verlopenheid en door het feit dat er geen mens te zien is op straat maakt het nieuwe stadje een beetje benauwende indruk. Je ziet er bijna niemand, want woonstad en geen werkstad, en het deed me erg denken aan de prima film de Noorderlingen van Alex Warmerdam.

Velen zeggen dat de aardbeving heel veel ellende heeft gebracht maar dat de hernieuwde stad nog meer ellende heeft veroorzaakt. Dat vind ik overdreven. Het is geen schoonheid van een stad maar het had erger gekund. En wat wil je? Verder leven in een portacabin of in deze nieuwe stad?

Het nooit bereikte Cretto di Burri

Daarna wilde ik de Cretto di Burri bezoeken. Dit dorp is in zijn geheel vernield en als aandenken heeft men het voormalige stadje geheel afgedekt met beton en er alleen het stratenplan in aangebracht. Dat moet een indrukwekkende ervaring zijn.

Versperde weg

Maar helaas ik ben er niet terecht gekomen. De hoofdweg, de SS119, is voor een groot gedeelte ingestort door nieuwe bevingen. Ik heb die weg wel vele kilometers gevolgd maar er stond niet aangegeven dat dat niet mogelijk was. Tijdens mijn rit over die weg merkte ik wel dat de weg steeds slechter werd en dat er opeens midden op de weg ijzeren paaltjes stonden. Een gedeelte was ingestort maar opgelapt met aangevuld zand. Ik vond het wel een akelige rit worden toen ik op een punt aankwam waar een vangrail de weg afsloot. Ik kon er nog wel via een zandaanvulling omheen rijden maar die was zodanig scheef dat ik vreesde dat mijn camper zou omkiepen.

Een boer komt van een andere kant en vertelt mij dat de weg officieel geheel afgesloten is maar dat plaatselijke inwoners voorzieningen hebben getroffen om toch illegaal over deze gevaarlijke weg te rijden en die daardoor dus open leek.

Ik waagde me er verder niet aan en ben hetzelfde stuk weer teruggereden. Een andere weg naar Cretto di Burri heb ik niet gevonden ook niet na navragen. Men wist het niet.

Monte Iato

Jammer, jammer, jammer. Dan maar doorrijden naar mijn laatste plek op deze route: de opgravingsplaats van Monte Iato. Maar ik was inmiddels zoveel vertraagd dat het al gesloten was. De beheerder van het archeologische park die naar huis rijdt kent een mooie plek buiten het park om te overnachten.

Hij zal voor me uitrijden. Het blijkt een plek met een prachtig uitzicht over landbouwgebieden te zijn. De dag dus toch nog mooi afgesloten in een gebied waar het geel overheerst van de uitbundig bloeiende voorjaarsbloemen en mimosastruiken.

Delen met je netwerk?
(Visited 30 times, 1 visits today)