Dag 28: Van Mozia naar Santa Teresa

Een dag op bezoek bij de oude Grieken en de Feniciërs

Vandaag ben ik bij twee belangwekkende oudheidkundige plaatsen geweest: Cave di Cusa waar je een goed inzicht krijgt in de wijze waarop de Grieken en de Feniciërs hun bouwmaterialen delfden en het Parco Archeologico di Selinunte, een van de belangrijkste oudheidkundige vindplaatsen van Europa. (78 km).

Vanochtend ben ik eerst een stuk naar het zuiden langs de kust gereden. Daarbij moest ik door Marsala heenrijden hetgeen geen opwekkende ervaring was. Wat een trieste en grauwe stad. Het lijkt wel of deze stad een eerbetoon wil geven aan de lelijkste vorm van betonbouw. Daarna rijd ik over een kilometerslange kaarsrechte weg naar Cave di Cusa. Nog zo een verlengd eerbetoon aan het beton.

Later lees ik dat Marsala in 1943 hevig gebombardeerd is bij de bevrijding door de geallieerden. Het hele centrum dat bekend stond om zijn barokke kerken is grotendeels vernield. Ook kan een rol gespeeld hebben dat ik nu midden in een aardbevingsgebied zit en mogelijk dat Marsala daarbij ook geraakt is.

Cave di Cusa

Het is vandaag Bevrijdingsdag in Italië en ik vrees dat het op de te bezoeken plaatsen wel heel druk zal zijn maar dat valt bij de Cave di Cusa erg mee, waarschijnlijk omdat ik er vroeg ben.

De Cave di Cusa is interessant omdat het duidelijk maakt hoe in de oudheid een steengroeve werkte waar bouwmateriaal voor veel bouwwerken werden gewonnen, o.a. de ronde schijven waarmee de zuilen van de tempels opgebouwd werden. Ook werd er getoond hoe het bouwmateriaal naar o.a. Selinunte vervoerd werd. Omdat de Grieken uit de regio verjaagd werden is het alsof de groeve met spoed verlaten moest worden. Je kunt goed zien hoe de ronde schijven voor de zuilen van de tempels uit de grond gehakt werden.

Gebruik makend van de ronde vorm van deze schijven werden ze gelijk gebruikt als wielen voor het vervoer. Een soort frame er omheen maken en de ossen konden het trekwerk verrichten. Dat gebeurde ook met vierkante blokken waaromheen een rond frame gebouwd werd. Een variant was het hanteren van een slede om de zware stenen te vervoeren. Verbazingwekkend was het dat de groeve toch nog op een vrij lange afstand van Selinunte gelegen was waardoor het vervoer vrij veel tijd in beslag moet hebben genomen.

Parco Archeologico di Selinunte

Na de lunch ben ik doorgereden naar Selinunte. Ik was even bang dat het hier heel druk zou zijn en dat was het ook maar het archeologisch park is zo groot dat het publiek zich goed kan verspreiden.

Alhoewel je van het vele publiek in het park niet veel merkte door de omvang van het terrein, kostte het kopen van een kaartje wel enige tijd. Had ik beter via de site kunnen bestellen.

Een leuk dagje uit

Ik stond in de rij achter een gezin dat kennelijk door deze dag heen moest komen. Pa had er niet echt veel zin in. Klein, atletisch gebouwd, veel tatoeages, spiegelende zonnebril, haar strak achterovergekamd in de brillantine. Hij keek continu op zijn telefoon en telefoneerde met veel misbaar diverse keren. Hij had geen rust in zijn lijf en wipte van zijn ene been op zijn andere been. Was niet erg geduldig met vrouw en kinderen en vloekte constant waarom het allemaal zo lang moest duren.

Kortom niet erg tevreden met zijn situatie; had zich waarschijnlijk een heel ander soort loopbaan voorgesteld en ook een ander gezinsleven. Ik denk dat dat laatste zeker ook voor zijn vrouw gold maar zij kweet zich uitstekend van haar opvoedkundige taken. Ze probeerde haar man tot kalmte te manen maar wist waarschijnlijk uit ervaring dat dat geen effect zou hebben dus dan maar negeren. De kinderen leken niet anders gewend te zijn en negeerden het gevloek en getier van hun vader volledig. Triest.

De opgravingssite

Het opgravingsgebied ligt op enkele heuvels aan zee omgeven door olijf- en wijngaarden. Selinunte wed rond 600 v.Chr gesticht en haar bloeitijd volgde spoedig daarna. Helaas verkeerde de stad vrijwel continu in conflict met Segesta dat ik eerder bezocht. Segesta hielp de hulp van Carthago in om de Grieken in Selinunte te verslaan en zij moesten dus schielijk de regio verlaten.

Er is nog maar slechts een klein gedeelte onderzocht van deze opgravingssite. Het ligt in de lijn van de verwachtingen dat er de komende decennia nog veel meer opgravingen zullen worden gedaan.

De Heratempel

Als eerste bezoek ik de Heratempel. Nog voor een groot gedeelte in takt en wat je niet vaak ziet is dat er nog grote gedeeltes resteren van de adyton (de ruimtes waar alleen de priesters mochten komen). Je mag ook als bezoeker de tempel betreden en juist dan maakt zo een groot bouwwerk grote indruk. Het is bijna niet te geloven dat slechts met eenvoudige hulpmiddelen ze een heel tempelcomplex werd gebouwd.

Naast de Heratempel liggen nog de verwoeste Athenatempel en de restanten van de grootste tempel die 110 bij 50 meter groot was.

De Akropolis

Een goed te belopen weg leidt naar de Akropolis. Indrukwekkend zijn de dikke verdedigingsmuren. Binnen de muren zijn nog de resten te herkennen van woonhuizen en kleinere tempels maar er staat ook nog een restant overeind van de Heraclestempel.

Ten westen van de Akropolis ligt het heiligdom van Demeter Malophoros. Daar is niet veel herkenbaars van overgebleven. Interessant is het terrein waar de bouwmaterialen nog opgeslagen liggen gesorteerd naar soort voor de bouw van nog een tempel.

Alles bij elkaar heb ik toch nog een vrij lange afstand afgelegd tussen de verschillende locaties van het terrein. Ik was blij, vanwege opkomende problemen met de knie, dat ik een kaartje had gekocht voor zo een lullig elektrisch treintje dat me aan het einde van het bezoek van de verste locatie terugbracht naar de uitgang.

Overnachten in een olijfboomgaard

Rond 15.30 uur ben ik weer weggereden van het archeologische park en heb ik een overnachtingsplek gevonden tussen Selinunte en Cave di Cusa temidden van een olijfboomgaard. Maar lang is mijn verblijf daar niet want in een huis ongeveer 300 meter verderop zijn twee kinderen aan het (vals) meezingen met een of andere populaire muziekstreamingsdienst. Ze kennen zo te horen alle teksten uit hun hoofd. Het eerste kwartier is dat leuk. Het eerste uur denk je: ze kennen wel erg veel liedjes. Na 1,5 uur denk je dat ze nu wel mogen ophouden. Na twee uur bemerk ik de eerste irritaties bij mij. Na 2,5 uur denk ik als het nu niet binnen een half uur ophoudt vertrek ik.

Na drie uur vertrek ik.

Het hier en nu; het ogenblik en de eeuwigheid

Ik rijd terug naar de Cave di Cusa, een prachtige plek. Ik kook en eet en als het donker wordt wil ik eigenlijk de site van Cave di Cusa nog een keer op. Het hek is gesloten en er is geen publiek meer. Maar er is nabij de poort een smalle doorgang waar ik net doorheen kan.

En als ik zo over de site heen dwaal in een prachtige maneschijn besef ik daar rondlopend eens te meer onderdeel te zijn van een 3.000 jaar oude geschiedenis. Het ontroert me en het is weer zo een moment dat ik vaker heb als ik reis wanneer duidelijk wordt dat het ogenblik eeuwigheid wordt; een soort dronkenschap waarin alles samenvalt en waarin datgene dat wezenlijk is opeens heel helder tevoorschijn komt.

Als ik terugkeer kan alleen muziek nog het antwoord zijn: de vioolsonates van Saint Saëns.

Delen met je netwerk?
(Visited 32 times, 1 visits today)