Dag 12: Van Vila da Ponte naar Braganca

Geloof de reisgidsen niet altijd

Vandaag rijd ik een lang stuk over de mooie N103 naar Bragança. Bragança blijkt een mooi stadje te zijn, ook al schrijven veel reisgidsen daar anders over. Ik loop wat door het stadje en bezoek een klein kunstmuseum van Portugese artiesten en een korte tentoonstelling over het lot van de Sefardische Joden in het noordoosten van Portugal. (164 km).

Over de nationale route de N 103

Als ik wakker wordt is het mooi weer en het zal de hele dag wel zo blijven. Temperaturen tot 250 C worden in het vooruitzicht gesteld; eerst voelen, dan geloven. Na de camper en het sanitair goed schoongemaakt te hebben ga ik op pad.

De route verlaat de bergen en de hoge heuvels. De afwisseling blijft evenwel even groot. En de aangename bijkomstigheid is dat er hier veel meer mogelijkheden langs de weg zijn om korte tijd te parkeren en water bij te tanken uit een bron. Ik rijd nu langs het oostelijk gedeelte van de Peneda Geres waar ik pas geleden langs de westelijke kant reisde. Ook hier weer worden bassins en stuwmeren gebouwd om het water zo veel mogelijk vast te houden.

In de gebieden waar veel natuur is en weinig landbouw zie je de restanten van de nachtmerrie van de Portugees: zwarte vlaktes als gevolg van bosbranden. Het zijn hier gelukkig relatief kleine gebieden maar het moet wel beangstigend zijn om in deze vaak geteisterde gebieden te wonen.

Uma casa Portuguesa

Over wonen gesproken: de week dat ik hier nu rondreis valt me op dat de huizen hier vaak ruim zijn en goed onderhouden worden. Heel anders dan je in Spanje, Frankrijk en Italië aantreft. Er wordt ook veel zelf gebouwd. Naast de Belgen blijken dus ook de Portugezen met een steen in de maag geboren te worden. En dat bouwen doen ze niet slecht. Met name aan de westkant van Portugal zie je werkelijk prachtige woonhuizen en flatgebouwen ontstaan. Waarschijnlijk onder architectuur gebouwd: strak en eenvoudig en zeer esthetisch.

Ik denk dat de Portugezen veel waarde hechten aan thuis en huis. Het zal niet voor niets zijn dat een van de bekendste fado’s Uma casa Portuguesa is die door diverse fado zangers uitgevoerd zijn. In deze fado wordt een ode gebracht aan het Portugese huis en de gastvrijheid van haar bewoners. Met name Amalia Rodriguez is met haar uitvoering erg bekend geworden.

Wijn en fruit

Als ik het natuurgebied doorkruist heb kom ik in een gebied dat gedomineerd wordt door wijnbouw en fruitboomgaarden. Het is geen grootschalig wijnbouw. Vaak net genoeg om in eigen behoeften te voorzien. We zitten hier nog steeds op relatief grote hoogte. Er zijn nog weinig bladeren aan de bomen en de fruitbomen zijn nog lang niet uitgebloeid of moeten nog met hun bloesems beginnen.

De wellevendheid van de Portugees

Als ik ergens geparkeerd sta om wat foto’s te nemen en van het uitzicht te genieten en ik weer wil wegrijden ziet een Portugese jonge man dat ik vlak voor een bocht wil wegrijden. Hij zegt me nog even te stoppen en rent naar de bocht om daar het verkeer tegen te houden zodat ik veilig de weg op kan.

Aardig maar niet echt nodig want de weg is dood- en doodstil. Ik denk dat ik op een uur tijd nog geen 100 tegenliggers tegenkom. Maar aardig is het natuurlijk wel dat ze spontaan hulp aanbieden. De wellevendheid van de Portugees is voor mij werkelijk een verademing, gewend als ik ben aan het wat botte gedrag van de gemiddelde Nederlander.

Voorbeeld: Alhoewel het aantal Coronabesmettingen erg laag is in Portugal draagt men vrijwel overal (ook in de buitenlucht) een mondkapje. Better be safe than sorry. Als je mondkapje over je neus naar beneden zakt wordt je er vriendelijk op gewezen. Sterker nog: Ik ben nu al drie keer iemand tegengekomen die mijn afgezakte mondkapje zag, vervolgens met een bescheiden gebaar op zijn mondkapje tikte en daarna verlegen zijn blik afwendde alsof hij het gebaar niet gemaakt had willen hebben. Hier dus geen betweterige Engeltjes of van hun democratische rechten beroofde burgers die het dragen van een mondkapje onaanvaardbaar vinden en walgelijke vergelijkingen met het verleden uiten. Ze weten het immers beter dan vrijwel alle deskundigen op dit gebied.

Bragança

Uiteindelijk kom ik in het mooie stadje Bragança aan. Bragança is een belangrijke stad geweest omdat de meeste koningen van het adellijke geslacht uit Bragança afkomstig waren totdat in 1910 het koningschap werd afgezworen.

In veel reisgidsen staat vermeld dat het niet zo een bijzonder stadje is met veel lelijke nieuwe gebouwen. Ik ben het hier totaal niet mee eens voor zover het de binnenstad betreft. Ja er staan tal van grote flatgebouwen in de buitenwijken. Maar zoveel slechter als in Nederland vind ik die niet. Zeker voor sociale woningbouw zien ze er heel goed uit.

In de oude binnenstad kom je eigenlijk alleen maar oude gebouwen tegen die ofwel gerestaureerd zijn of gerestaureerd worden. De gemeente is een ambitieus programma begonnen om woonruimte te creëren voor jonge mensen. Dit als gevolg van de leegloop in de jaren ’70 toen, door gebrek aan werk, veel mensen het noordoosten van Portugal verlieten om in Frankrijk te gaan werken.

Het is ook een levendig stadje. Op deze mooie zonnige dag speelt het sociale leven zich voor een groot gedeelte af op plein en straat, dat zorgt voor veel dynamiek. Bovendien zijn er voor een stadje van 23.000 inwoners heel veel culturele instellingen: er is een theater, een museum voor de in deze stad geboren Graca Morais, een groot fotomuseum, een museum over het lot van de Sefardische Joden, een kasteel met evenementen en een museum voor moderne kunst om er maar enkele te noemen. Het is me een raadsel hoe zo een kleine gemeente zoveel voorzieningen in stand kan houden.

Graca Morais

Als ik wat door het stadje gelopen heb loop ik het museum over Graca Morais binnen. Voor het merkwaardige bedrag van € 1,06 krijg ik een kaartje en een verklarende folder in mijn handen gestopt. Graca Morais blijkt een van de bekendste Portugese eigentijdse kunstenaars te zijn. Maar ook buiten Portugal heeft ze belangrijke tentoonstellingen gehad. Haar werk kenmerkt zich door de rol van de vrouw op het platteland.

Daar is nu niet veel over te zien. In de huidige tentoonstelling heeft ze één ruimte geheel beplakt met krantenpagina’s en op die pagina’s geeft ze dan door haar schilderijen en tekeningen commentaar op het nieuws. Ze blijkt een voorkeur te hebben voor dramatisch nieuws hetgeen je in de tekeningen en schilderijen duidelijk naar voren ziet komen.

Ook is er een ruimte ingericht met werk van Alex Dorici, ook een Portugees, ook niet bekend bij mij. Hij maakt vooral ruimtelijk werk die een ruimte er heel anders laat uitzien.

Centro de Interpretacao Sefardita

Een paar huizen verderop loop ik het gratis museum Centro de Interpretacao Sefardita binnen. Het is een kleine tentoonstelling over de geschiedenis van de Sefardische Joden in het noordoosten van Portugal. In dit gebied waren de Joden door hun zakelijk succes niet bepaald erg geliefd. Ze werden dan ook flink dwarsgezeten door de Katholieke kerk om het maar zacht uit te drukken. Ze waren veelvuldig slachtoffer van de Inquisitie en werden vaak gedwongen om de streek te verlaten. Tenzij ze bereid waren om hun geloof te ontkennen en via een ‘Auto da Fe’ trouw te beloven aan de Rooms Katholieke kerk. Eufemistisch werden ze dan de Nieuwe Christenen genoemd. Desalniettemin werden ze veelvuldig vervolgd om kleinigheden. Dat resulteerde in een ware exodus. Veel van die Safardische Joden zochten hun heil in de Lage Landen.

Afgepeigerd

Behoorlijk moe van de vele indrukken van vandaag loop ik terug naar mijn overnachtingsplek aan de rand van de stad. En de rest van de dag kun je raden: koken, eten, blog schrijven en een beetje mails van het werk afhandelen.

Delen met je netwerk?
(Visited 234 times, 1 visits today)