Camperreis Spanje dag 46; van Belalcazar naar Campanario

La Serena

Een tocht door La Serena

Op de 46e dag van de Camperreis Spanje maak ik een begin met de verkenning van de Extremadura. Meer precies: het zuidelijke gedeelte La Serena. Ik maak een werkelijk schitterende rit door dit gebied van ongeveer 100 km. Het geeft  mij de gelegenheid om op vele punten uit te stappen en rond te lopen. Bovendien steekt binnen mij de kop op van de diep verborgen ornitholoog.

Het is eerste paasdag en ik word wakker met een stralend blauwe lucht. Het ziet er naar uit dat het de hele dag mooi weer zal blijven. Vandaag wil ik een begin maken met het verkennen van de vele ecosystemen die de Extremadura kent. Het betreft hier de steppen die ongeveer 10% van de Extremadura in beslag nemen, De gidsen die ik geraadpleegd heb maken duidelijk dat de Extremadura een waar paradijs is voor vogelliefhebbers. Nu wil ik mezelf niet bestempelen als vogelliefhebber (maar ik heb ook geen hekel aan ze) maar ik ben nieuwsgierig genoeg om de verrekijker in de bagageruimte op te zoeken en klaar te leggen.

Ik vertrek aan de late kant rond 10.00 uur en rijd eerst naar Cabeza del Buey. Daar parkeer ik eerst voor een kwartiertje om het internet te raadplegen (hier heb ik weer bereik) en om de blog en foto’s up te loaden. Ik loop even door het dorp heen dat niet zo heel bijzonder is maar merk wel dat het een redelijk welvarend dorp is. Dat is geheel in tegenspraak met hetgeen ik verwacht had. Het beeld dat ik opgebouwd had van deze streek was veel armoediger dan de realiteit. Dat wordt ook bevestigd door de dorpen die ik in de rest van de dag zal doorkruisen.

Daarna begin ik aan een route van ongeveer 100 km. Ik ben blij dat ik deze routes in Nederland al voorbereid had zodat ik maar een knop hoef in te drukken om de route op het beeldscherm van de TomTom te krijgen. Aanvankelijk denk ik dat de route helemaal niet klopt maar al spoedig blijkt dat ik de route in de omgekeerde volgorde aan het volgen ben hetgeen natuurlijk geen probleem is.

Vlakte nabij Castuera

 

De steppes van La Serena

Het steppengedeelte van de Extremadura is weinig vruchtbaar. Al in de Romeinse tijd is dit gebied kaal gemaakt omdat er hout nodig was voor het bouwen van de steden en dorpen.

Nu is het hoofdzakelijk landbouwgebied maar grote oogsten worden hier niet gemaakt. Op de meest vruchtbare gedeeltes wordt in enig jaar graan gezaaid en geoogst om daarna de grond te laten herstellen. Soms worden er planten gezaaid om de grond weer vruchtbaar te maken (bij voorbeeld koolzaad). Daarna wordt de grond met rust gelaten en ontstaan er graslanden. Afhankelijk van de vruchtbaarheid van de grond wordt er het jaar daarop of jaren daarna weer graan gezaaid. Lange tijd blijft de arme grond dus onbewerkt en droogt vaak uit omdat er geen bomen zijn die het land tegen de intense zonnestraling beschermt.

In het eerste gedeelte van de rit zou ik veel kleine roofvogels moeten zien maar hoe ik ook mijn best doe, ik zie er geen een. Het stikt er wel van de zwaluwen.

Ik rijd tot voorbij Castuera en heb dan een geweldig uitzicht over de vlaktes. Ik stop op een parkeerplaats om een half uurtje te zitten en te kijken of dat tot een grotere ornithologische vangst leidt. Maar helaas veel meer dan zwaluwen zie ik niet. Dan stopt er een andere camper naast mij en er stapt een Engels echtpaar uit. Zij zijn helemaal enthousiast over de vogelrijkdom van dit gebied. Ze hebben tot op heden 157 soorten gezien en houden dat allemaal bij in een soort dagboek.

De man blijkt een al sinds zijn 51e jaar gepensioneerde agent van politie te zijn en hij en zijn vrouw zijn vogelaars in hart en nieren met allebei een dikke verrekijker op de buik. Als er een zwarte stip langs mijn ogen heen flitst roept de man enthousiast: ‘Oh what a beautiful House Martin’, ‘No’, antwoordt zijn vrouw, ‘It is a Crag Martin’. Ze worden het niet eens maar het is duidelijk dat zij meer zien dan een voorbijflitsende zwarte vlek. We wisselen nog wat reiservaringen uit en vervolgen dan onze weg.

Dientes de Perros

Ik rijd nu richting Campanario en ga dan richting een merengebied. Het landschap wordt veel ruiger en verandert aanzienlijk. Ik stop weer verschillende keren om van de uitzichten te genieten. Gisteren dacht ik nog dat ik erg mijn best zou moeten doen om dit landschap te waarderen. Maar het gaat makkelijker dan ik dacht. Nu reeds ben ik volkomen in de ban van dit ruige landschap. De geuren van de voorjaarsbloemen werken bijna benevelend en het landschap is zo wonderschoon, zo imponerend in zijn grootsheid, ik zou hier bijna het woord intimiderend willen schrijven zo nietig ga je je voelen in zo een omgeving. Te midden van deze schitterende natuur, het is inmiddels al weer 14.30 uur geworden, neem ik mijn lunch. Gewoon brood in goede olijfolie gedompeld met wat peper en zout en kaas en tomaat.

Na een uurtje, waarin ik echt mijn best heb gedaan om vogels te spotten, maar zonder veel resultaat, besluit ik door te rijden. Ik kom nu in een gebied dat de Spanjaarden Dientes de Perros noemen (hondentanden). Het is een gebied dat zodanig geërodeerd is dat scherpe rotspunten boven het spaarzame gras uitkomen. Weer zo een prachtig gebied waar ik langere tijd pauze houd en wel vogels hoor maar ze niet echt goed kan zien, ook niet met verrekijker. Die zenuwebeesten zitten ook nooit stil!

Isla de Zujar

Dan rijd ik door tot het merengebied van La Serena. Ik rijd een onverharde zijweg in en kom uit bij een Eucalyptusbos aan de rand van het water. Het is hier zo mooi dat ik besluit om de laatste 30 km van de tocht tot morgen uit te stellen. Ik zet de bus aan de rand van het meer neer en ga op mijn gemak vanuit de C&G-stoel de omgeving bekijken.

Blauwe ekster

Na een tijdje zie ik dat er een zwerm vogels neerstrijkt in de bomen. Ze zijn niet heel erg schuw als ik stil blijf zitten en dat leidt dan ook tot mijn eerste ornithologische succes in mijn leven. Ik krijg deze prachtige vogels goed voor de lens en kan een paar mooie foto’s maken. Ik weet niet precies welke soort het is maar het kan volgens mijn gids van de Extremadura een Spaanse Mus zijn. Ze zien er echter niet als een mus uit maar ze komen wel veelvuldig voor in Eucalyptusbossen. Dan moet het waarschijnlijk de blauwe ekster zijn zegt mijn gids. Dat klopt beter ook al zijn ze niet zo groot als onze eksters.

Overnachtingsplek Isla de Zujar

Inmiddels begint het avondconcert van de vogels. En zo te horen moeten er hier vele soorten zitten. Het is een gekwetter, getwitter, getierelier en gefluit dat het een aard heeft. Er moeten hier vele tientallen soorten zitten. Hopelijk krijg ik ze de komende tijd ook te zien. In het stille water van het meer zie ik om de paar minuten een vis uit het water omhoogspringen. Wat voor vis weet ik niet. Laat ik eerst maar een paar vogels herkennen dan ben ik al heel tevreden.

Tenslotte lees ik nog wat en als het te koud wordt, het is inmiddels 20.30 uur, ga ik naar binnen om te koken en om de blog te schrijven. Uploaden zal niet lukken want er is weer geen bereik. Dat doe ik morgen dus als ik in de bewoonde wereld ben.

;

Delen met je netwerk?
(Visited 276 times, 1 visits today)