Dag 48: Van Falkvalen naar Funasdalen
De mooiste overnachtingsplek
Vandaag rijd ik het laatste stuk van de Flatruet. Daarna breng ik een paar uur door in Funasdalen. Een fantastische lunchplek bombardeer ik gelijk tot mijn overnachtingsplek 57/8.106 km).
Het laatste stuk van de Flatruet
Vanochtend eerst even grote schoonmaak gehouden en rond 9.00 uur vertrokken vanaf mijn overnachtingsplek aan de Flatruet. Ik rijd nu het tweede traject van deze route. Hij is niet zo onherbergzaam als het eerste traject van gisteren. De groene kale vlakte maakt plaats voor het lager gedeelte. Het is een terrein met schaarse begroeiing van berken. Maar allengs wordt het groener en groener en aan het einde van de Flatruet rijd ik weer door het gewone dichtbegroeide dennenwoud.
Ook hier zie ik weer op talloze plaatsen rendieren langs de weg. Ik vind het moeilijk om te bepalen welke rendieren nu ‘wild’ zijn of gedomesticeerd zijn. Die laatste groep zal vrij aanzienlijk zijn omdat in dit gebied 3 groepen/stammen van de Sami het beheer uitvoeren over de rendierkuddes.

De Sami-herder van de 21e eeuw
Het is nog slechts een klein percentage van de Sami’s dat zich met dit werk bezig houdt. De rest werkt in tal van andere beroepsgroepen. Ook leven ze niet meer als nomaden. Dankzij technologie hoeven ze niet meer dagelijks met de kuddes mee te reizen. Helikopters, drones en GPS zorgen er voor dat de kuddes heel precies gevolgd kunnen worden.
Dat draagt er toe bij dat al heel veel Sami-groepen ook niet meer meereizen met de kuddes maar veel vanuit huis regelen. Daardoor bewonen ze ook vaste woonplekken. Wel van stad en dorp verwijderd en bij voorkeur in de vrije natuur en met stamgenoten maar de nieuwe rendier-herder is een totaal ander mens geworden.
Wegenonderhoud
Onderweg zie ik hoe men bezig is met het onderhoud van de toch wel druk bereden Flatruet. Gigantische voertuigen zorgen er eerst voor dat de de weg geëgaliseerd wordt, vervolgens worden automatisch de diepere kuilen opgevuld en tenslotte wordt er een nieuwe grit-laag aangebracht. En dat alles gaat met een ongelooflijk hoge snelheid. De afgelopen ochtend is op deze manier zeker een traject van ca. 5 km. verbeterd.
Funäsdalen
Ik kom uiteindelijk in Funäsdalen aan. Het is een groot dorp dat zich aan het ontwikkelen is tot een wintersportplaats. En dat brengt natuurlijk ook de nodige ongein met zich mee. Ik ga met een kabelbaan naar de top van een hoge heuvel om daar een wandeling te maken naar een van de Sami-communities.

Maar ook hier blijkt dat de beloftes groter zijn dan dat ze waargemaakt worden. Er staat weliswaar een Sami-tent en het terrein er om heen is ingericht om rendieren te beheren maar het belangrijkste blijkt toch wel de verkoop van drank en eenvoudige maatlijden. Dat neemt niet weg dat de wandeling de moeite waard was.
Een ambitieuze bergsportster
Als ik terugloop van de kabelbaan naar de camper kom ik een jonge vrouw/meisje tegen die met touwen en helm sjouwt. Ik vraag haar of ze aan bersport doet. Nou ja dat vindt ze nog een groot woord. Ze heeft net haar allereerste les gehad en die is goed bevallen. Ze is overigens verzot op wintersport, van jongs af aan heeft ze heel veel geskied en bergwandelingen gemaakt. Liefst doet ze dat alleen of in kleine groepen om goed de natuur op zich in te laten werken.
Ze heeft grote ambities. Ze wil ooit de hoge bergen beklimmen want hier in Noorwegen zijn ze toch niet zo erg hoog als in de Alpen en de Himalaya. Ik bevestig dat aan de ene kant maar vertel haar ook dat bergbeklimmers tegenwoordig in de rij moeten staan om de Mont Blanc en de Mount Everst te mogen beklimmen en ik toon haar een foto die ik op mijn telefoon heb opgeslagen van de wachtrij op 7.000 meter. Ze slaat haar hand voor de mond van verbazing en ontsteltenis. Echt waar?????
Ik zeg haar dat ik haar niet wil ontmoedigen maar dat ze goed moet overwegen of die hoogste berg echt het nastreven waard is. Als je zo veel van de natuur houdt doe het dan in gebieden waar de bergsport en de wintersport nog niet de vernielingen heeft aangericht zoals in de Alpen en ik vertel haar over mijn ervaringen bij bergwandelingen al weer 20 jaar geleden waar de winterse skipistes in de zomer een volledig afgeleefd natuurgebied achterlaten.
We spreken af om nog een koffie te drinken en te vertellen over onze bergwandeling-ervaringen. Ik voel me opeens heel oud worden.
Lunchplek = overnachtingsplek
Het is inmiddels middaguur geworden en ik ga op zoek naar een plek waar Luna vrijuit kan lopen en rennen. Als ik een geschikte plek gevonden heb dan kijk ik nog even op Google Maps en zie dat ik nog een paar honderd meter door kan rijden om aan te komen bij een schitterend gelegen meer.

De plek omvat een kleine natuurlijke haven voor roeiboten en er is een kleine plek om boten te water te laten. Ik ben evenwel de enige bezoeker. Zei ik eergisteren dat de overnachtingsplek toen de mooiste van de reis was. Die uitspraak moet ik inwisselen voor deze plek. Idyllisch is het juiste woord. Ik besluit dan ook gelijk om niet verder te reizen maar hier mijn overnachtingsplek vast te stellen.
Ik loop wat met Luna en speel met haar en lees nog ruim een uur. Dan is het over vier uur en dan wordt het ineens drukker. De Zweden houden, zeker op de vrijdag, al op met werken rond 16.00 uur. En hun verknochtheid aan het buitenleven leidt er toe dat meerdere mensen zich naar deze plek reppen om daar hun boot te water te laten of hun roeiboot los te koppelen en het water op te gaan al dan niet gewapend met hengels en ander vistuig.
Rond 18.00 uur zie ik ze bijna allemaal terugkeren met goed gevulde zakken en manden met verse vis. Ongetwijfeld voor de barbecue. En rond 18.30 uur is het weer volkomen stil.








Leave a Comment