Dag 21: Van Monsanto naar Manteigas

Door mooie dorpen en een vrijwel ontoegankelijke stad

Het is gelukkig weer droog geworden en zelfs de zon schijnt weer. Ik ga vroeg op pad naar Monsanto, Idanha-a-Velha, Castelo Branco, Covilha en Manteigas. Meestal leuk, soms een tegenvaller. (178 km).

Monsanto

Ik ben al vroeg op en ben ruim voor 9.00 uur op weg. Ik hoef maar een paar honderd meter te rijden om in Monsanto te komen. Vlak bij het kleine centrum vind ik een goede parkeerplaats. De laatste paar honderd meter naar het dorp doe ik te voet. Het is een weg met een aaneenschakeling van parkeerplekken. Nu staat er geen enkele auto. Dat zal in de zomer wel anders zijn. Ik moet er niet aan denken om dan in de grote hitte in drommen naar en door dit dorp te trekken.

Monsanto is een soort museumdorp. Het is voor een groot gedeelte gerestaureerd en bij de restauratie is er rekening mee gehouden dat er geen antennes en schotels te zien zijn. Maar slechts weinig mensen schijnen hier een vast woonadres te hebben. En ik kan me goed indenken dat je dat in de zomer niet wil als drommen toeristen aan je voorbij trekken.

Desalniettemin is het dorp in dit jaargetijde en op dit vroege uur ronduit pittoresk, idyllisch en opgeruimd. Het ligt boven op een heuvel en is vroeger een belangrijk verdedigingspunt tegen de Spanjaarden geweest.

Ik loop wat lukraak door dit dorp heen. De kans is groot dat je in een uur tijd alle straatjes doorlopen hebt. De steile straatjes zijn echter ware kuitenbijters.

Idanha-a-Vela

Vervolgens rijd ik een paar kilometer door een niet zo heel boeiend landschap verder naar Idanha-a-Velha.

Ook zo’n museumdorp maar veel en veel stiller en de restauratie is nog lang niet afgerond. Er zijn dan ook slechts een beperk aantal parkeerplaatsen. Het dorp ligt niet op een heuvel maar in een weidse vlakte.

Vroeger was dit dorp een belangrijke bestuurszetel van de Romeinen. Er waren zelfs een forum, een Venustempel en thermen. Daar is niet veel van over maar opgravingen hebben een en ander uitgewezen.

Er is wel een groot gedeelte van de stadsmuur en de toegangspoort uit de Romeinse tijd bewaard gebleven en je kunt zelfs een paar honderd meter over deze muur wandelen. Ook hier zwerf ik een beetje door de stille straatjes.

Het gebied rond de kathedraal blijkt een belangrijke archeologische site te zijn waar nog volop onderzoek gedaan wordt. Duidelijk zijn er sarcofagen te ontdekken en langs de muur staat een lange rij met stenen met romeinse inscripties opgestapeld.

De kathedraal zelf is zeer eenvoudig van aard. Goddank eens een keer niet de overdadigheid van de barok maar verstillende eenvoud. In de kerk zijn zelfs Moorse invloeden te onderkennen (een doopvont).

Na uitgebreid koffie gedronken te hebben op een terras dat slechts door enkele toeristen bezet wordt, reis ik door naar Castelo Branco.

Castelo Branco

Castelo Branco is een districtshoofdstad en telt ca. 35.000 inwoners. Met veel gemak vind ik een parkeerplaats nabij het centrum. Heel veel bijzonders is er niet te ontdekken. De meeste gebouwen zijn hard aan restauratie toe. Ik loop weliswaar niet door het winkelcentrum maar de straat waar ik doorheen loop en waar ook veel winkels zijn stemt droevig. Een winkel met gasflessen, een beetje duister makelaarskantoor, een winkel met alleen maar zijden bloemen en enkele ‘mode’ winkels die in de jaren ’50 en ’60 waarschijnlijk reclame zouden maken met de term ‘vlotte dameskleding’.

Het lijkt wel of de gemeente liever investeert in nieuwe objecten. Zo is er een Centro de Arte Contemporanea, inmiddels in de naam veranderd tot Cultureel Centrum hetgeen er op duidt dat er meer dan museale activiteiten worden ondernomen.

Maar zo veel activiteiten worden er niet ondernomen. Het hele gebouw wordt afgegrendeld met gele hekken en zelfs de hoofdingang biedt nauwelijks blik op het interieur. Het doet een beetje ‘unheimisch’ aan. Onder het gebouw ligt een verlaten skatebaan en er steken tal van elektriciteitskabels uit de muren en het plafond. Het lijkt wel alsof de gemeente zich een beetje vertild heeft aan dit project. Verder is er aan de zuidzijde van het gebouw eveneens een grote openbare bibliotheek te vinden Iedere dag open en bijna de hele dag. Maar niet op zaterdag.

Museu Cargaleiro

Het museum bestaat uit twee gedeelten. In het eerste gedeelte is er een tijdelijke tentoonstelling van regionale keramiek. Hij bestaat voornamelijk uit borden en schotels en laat overduidelijk de wortels van de volkskunst zien.

Een veel groter gedeelte van het Museu Cargaleiro is gewijd is aan de succesvolle eigentijdse kunstenaar Manuel Cargaleiro. Hij is inmiddels 95 jaar maar werkt nog steeds.

Zijn vroege werk kenmerkt zich door een opgewekte kleurvoering. En het is duidelijk dat hij een man van zijn tijd was. Overduidelijk zijn de internationale kunststromingen in zijn werk te onderkennen. De mooiste schilderijen stamden uit de periode ná de jaren ’80.

Het museum laat uitgebreid het eigen werk van Cargaleiro zien dat bestaat uit schilderijen, tekeningen en keramiek. Daarnaast heeft hij een grote kunstverzameling aangelegd (o.a. met werk van Picasso) die ook voor een gedeelte tentoongesteld wordt.

Bij de uitgang maak ik nog even een praatje met de kaartverkoper die verrassend veel weet over het werk van de kunstenaar en kunst in het algemeen.

Ook hier vraag ik hoe het toch mogelijk is dat een betrekkelijk kleine stad zo veel geld investeert in musea en kunst. ‘Ho, ho, ho’ roept hij, ‘de gemeente betaalt maar een klein gedeelte. Het meeste geld komt van de stichting Manuel Cargaleiro.’

Hij vertelt dat een groot gedeelte van de opbrengsten uit de verkoop van de schilderijen in een fonds gestopt is en daaruit wordt de exploitatie van het museum voor een groot gedeelte gefinancierd.

Weg kwijt

Het is weliswaar een kleine stad maar dat weerhoudt me er niet van om verdwaald te raken. Ik moet verschillende keren de weg vragen naar het moderne kunstgebouw. Maar de meesten kennen het niet of sturen mij naar een vermeend goed adres.

Uiteindelijk spreek ik een jonge vrouw aan die hard moet nadenken maar dan stelt dat ik helemaal aan de andere kant van de stad ben. En ja, om nu helemaal weer terug te lopen dat is veel te vermoeiend. Ik kan beter een taxi nemen. ‘Hoe ver lopen is het dan wel?’ vraag ik. ‘Nou toch zeker wel 15 minuten.’ Ach ja midzomer zal dat wel een uitdaging zijn maar nu is het makkelijk met de voet te doen.

Ze biedt haar excuses aan dat haar Engels zo slecht is. En uiteraard antwoord ik dat ik haar begrijp en zij mij begrijpt en dat dat voor deze gelegenheid ruim voldoende is. Ja zegt ze, ze heeft inderdaad maar 2 jaar Engels gehad en is toen gestopt met school. Waarom gestopt vraagt ik. Ze aarzelt om te antwoorden maar bekent dan dat ze al jong zwanger geraakt is. Nu heeft ze er wel spijt van dat ze met school moest stoppen maar haar dochtertje had ze er nooit voor willen missen. Mooi dat moederschap maar triest welke maatschappelijke gevolgen dat vaak heeft. Ik probeer nog een beetje knullig te suggereren dat er wellicht toch nog part time mogelijkheden zijn om haar diploma alsnog te halen. Dat beaamt ze maar ik denk dat ze er nog niet aan toe is.

Covilha

Ik rijd door naar Covilha. Het centrum van Covilha schijnt de moeite waard te zijn. Maar als ik bij de stad aankom schrik ik van de omvang van de stad. Ik moet me eerst door de buitenwijken heen worstelen en als ik dan aan de rand van het centrum een parkeerplaats wil vinden loopt het helemaal mis.

Op de een of andere manier rijd ik toch dat centrum in. Maar ik ben in een val gelopen. Er is met geen mogelijkheid meer uit te komen. Er is óf alleen eenrichtingsverkeer, óf de straten mag ik niet inrijden óf de straten zijn te smal. Hoe ik ook zoek, ik vind geen uitweg. Op een pleintje ziet iemand die op een terras zit mijn wanhopig zoekende blik hoe ik uit dit doolhof weg moet komen. Hij komt naar mij toe en vertelt me hoe ik moet rijden. Maar zijn drankbroeders zijn het daar totaal mee oneens en er staat een levendige discussie met harde woorden en veel gebaren wat ik moet doen.

Er staat een andere man op die naar mij toekomt en op zijn manier uitlegt hoe ik moet rijden. Nu schieten de anderen in de lach over zijn stomme voorstel. Hier komen we dus niet uit. Dan vraag ik maar hoe ik op de route nacionale kan komen. Dat is tenminste een concrete vraag. En allen zijn het er over eens dat ik dan hier moet omkeren.

Dat is makkelijker gezegd dan gedaan met een vrij grote bus. Maar gemeenschappelijk loodsen ze mij door de omkering heen. Ik zweet peentjes want de aanwijzingen brengen me slechts op een afstand van enkele centimeters van andere auto’s. Maar het gaat goed. En als ik omgekeerd ben geven de drankbroeders me een eenduidig advies hoe ik op de gevraagde route terecht kan komen en dat blijkt minder complex te zijn dan ik dacht. Ik wil dat blijkbaar mooie centrum helemaal niet meer bezoeken.

Manteigas

Mijn laatste doel is Manteigas. Ik wil er vandaag niet meer naar toe maar wil er wel in de buurt komen. Het is een heel mooie route door de Serra da Estrela, een berggebied dus. Een paar kilometer vóór Manteigas vind ik langs een stille weg een mooie overnachtingsplek.

Koken en eten en lezen en de dag zit er al weer op.

Delen met je netwerk?
(Visited 157 times, 1 visits today)