Camperreis Noorwegen dag 18: Van Jostedalen naar Vagavatn

Urnes en Sognefjellet

Op dag 18 van de camperreis Noorwegen rijd ik eerst weer terug naar de Lustrafjorden om van daaruit naar de oudste staafkerk van Noorwegen te reizen: Urnes. De volgende etappe op weg naar Lom gaat over een indrukwekkend rauwe hoogvlakte. Het regenachtig weer versterkt het effect van de onherbergzaamheid. Dan daal ik af naar Lom en de omgeving wordt weer vriendelijker en bewoonbaarder. Ik vind een mooie overnachtingsplaats aan de Vagavatn.

Jawel hoor één dag mooi weer en natuurlijk hebben we dan weer recht op regen. En niet zo’n klein beetje ook. De ruitenwissers begonnen weer piepend te protesteren. Dus toch maar een stop gemaakt om de ruiten weer met aardappel in te smeren en daarna liepen ze weer geluidloos. Ik rijd eerst door de Lustrafjorden in oostelijke richting. Een vriendelijke fjord met ook weer veel fruitteelt. Ook valt het me op dat ieder begroeibaar stukje land dat niet voor fruitteelt gebruikt wordt gras moet opleveren. Zelfs veldjes van een paar honderd vierkante meter worden daarvoor nog benut. Ik heb begrepen dat er voor het wintervoer van het vee veel hooi nodig is en dat er niet voldoende land is om gras te oogsten. Vandaar dat al het land gebruikt wordt dat maar even geschikt is.

Aan het einde van de Lusterfjord neem ik de mooie weg naar Urnes waar de oudste staafkerk van Noorwegen en dus van de wereld staat. Het is een smalle weg maar goed te doen als je af en toe voorzichtig langs de zeldzame tegenliggers heen manoeuvreert. Maar de weg wordt smaller, en nog smaller, en nog smaller en het aantal uitwijkplaatsen is gering. Dus het kon niet uitblijven of ik stond face to face met een andere auto. Omdat ik opgaand verkeer was diende ik dus achteruit te rijden gedurende zeker 250 meter. Alles ging goed mede dankzij het geduld van de tegenligger die regelmatig zijn twee duimen omhoogstak ter aanmoediging.

Deze scene heeft zich nog 3 keer herhaald en gaf mij de overtuiging niet via de zelfde weg terug te keren. Uiteindelijk uitgekomen bij de parkeerplaats van de staafkerk. Dan is het nog een paar honderd meter omhoog lopen en dan ben je er.

 

De staafkerk van Urnes

Wat ben ik blij dat ik me de moeite getroost heb hierheen te rijden. Want het is werkelijk in al zijn kleinheid een indrukwekkende kerk. De mooiste staafkerk die ik tot heden gezien heb. De kerk stamt uit het jaar 1130. Maar daarvoor hebben er ook al staafkerken gestaan maar die zijn om verschillende redenen teloor gegaan. De kerk is gefundeerd door rotsblokken en daarop is het houten frame gebouwd. Het hout dat gebruikt is voor de bouw van de kerk (met name de zuilen) komt van dichtbij. Om het hout te drogen heeft men de boom met wortel en al in de grond laten staan maar de takken en de top er afgehaald. Daardoor zakte de hars naar beneden en droogde de boom geleidelijk uit. Een proces dat 10 jaar in beslag heeft genomen.

De basisconstructie, die niet veel afwijkt van andere staafkerken, werd op de grond liggend in elkaar gezet en later overeind getrokken. Een methode die bij de restauratie van mijn vakwerkwoning eveneens is toegepast. Aanvankelijk bestond de kerk alleen uit de centrale ruimte waar nu kerkbanken staan. Destijds werd men geacht te staan en tijdens de dienst naar boven te kijken. Wellicht de reden waarom de beeldengroep, voorstellende Golgotha, zo hoog opgehangen is.

Destijds was er slechts één raam in de kerk recht tegenover de beeldengroep. Voor de rest kwam het daglicht binnen via een paar ronde gaten vlak onder het dak. Er was voor de verlichting verder een middeleeuwse kroonluchter. Later is er een aantal ramen bijgemaakt. Die beeldengroep, belicht door het raam, moet destijds een imposante indruk hebben gemaakt.

Rond 1600 is er het koor bijgebouwd en zijn er kerkbanken geplaatst. Aan de buitenkant zijn zeer fraaie houtsnijwerken aangebracht in de zgn. Urnes stijl. Het zijn min of meer abstracte houtsnijwerken die duidelijk beïnvloed zijn door de Engelse, Schotse en Ierse (en ik denk met name Ierse) illuminatiekunst. De stijl van bv. The Book of Kells is duidelijk terug te vinden in dit houtsnijwerk. Het speciale van de Urnes stijl is dat de reliëfs diep zijn uitgesneden hetgeen een grote kundigheid van de artiest vergt. Nogmaals: heel blij dat ik de omweg gemaakt heb. Voor degenen die in de buurt komen: het is een ‘must see’.

Eerder was ik al tot de conclusie gekomen dat ik het niet zo zag zitten om de zelfde weg terug te rijden. Er ging gelukkig een kleine veerboot van de oostzijde naar de westzijde van de Lusterfjord. Dat leek mij de oplossing. Tot ik er achter kwam dat op dit heel kleine veer met een nauwe oprit je geacht werd om achteruit de boot op te rijden; aan weerszijden had ik niet meer dan 10 cm speelruimte. Maar inmiddels rijk aan ervaring met veel achteruitrijden op smalle wegen, draaide ik hier mijn hand niet voor om. Tot mijn eigen verbazing ben ik in één keer relatief snel de boot op gereden hetgeen applaus opleverde van de talrijk wandelende passagiers en de duimen omhoog van de veerbaas die mij naar binnenloodste. Trots als een pauw!

Op de veerboot werd ik aangesproken door een Amerikaan die informeerde hoe het mij beviel om op deze manier met een camper te reizen. Ik kon mijn enthousiasme niet onder stoelen of banken steken en de man werd er zichtbaar vrolijk van. Maar zijn vrouw die er naast stond en niets vroeg ging met haar humeur de tegengestelde richting in. Volgens mij hebben ze dit onderwerp met elkaar al een paar keer eerder besproken…

Camperreis Noorwegen: Sognefjellet

 

Sognefjellet

Daarna weer het Lusterdal uitgereden op weg naar Lom. En dan verandert het landschap ineens dramatisch. Ik moet een pas over die op ca. 1400 meter ligt. Het wordt weer een rauw landschap met bochtige wegen en een verpletterende eenzaamheid. Een naargeestig gebied maar wel indrukwekkend. Er is nog veel sneeuw aanwezig. Aan de andere kant (nabij Lom) is het weer een stuk vriendelijker. Eerst rijd je door een kaal maar groen gebied en dan kom je weer in de bewoonde wereld terecht. En heel vreemd: je ziet geen enkel wit huis zoals je die overal in Noorwegen tegenkomt. Alle huizen zijn donker gekleurd. Ofwel ruw hout, ofwel donkerbruin, ofwel zwart geteerd. Er zitten veel log-woningen tussen.

De tuinafscheidingen zijn bijna alle gemaakt van lange staken die in de grond gepoot zijn en aan de onderkant zijn er diagonaal takken of planken tegenaan getimmerd. De donkeren huizen maken een wat sombere indruk maar de boerderijen maken een welvarende indruk. Er is geen enkel wit huis te bekennen. Het lijkt wel of de lokale overheid het heeft verboden om witte huizen te bouwen.

Het is inmiddels 20.00 uur geworden dus tijd om een overnachtingsplaats te zoeken. Die heb ik gevonden aan weg 15 op een parkeerplaats aan een rivier (Vagavatn). Snel gekookt en gegeten en het dagboek bijgewerkt. Ik heb inmiddels de foto’s van mijn camera gedownload naar de laptop. Dus ik kan ze nu op groot formaat bekijken. Het valt een beetje tegen. De foto’s dekken mijn ervaringen niet helemaal. Ik moet toch eens een cursus op dit gebied gaan volgen. Want ik wil voor deze blog toch boven het niveau van de vakantiekiekjes uitkomen.

Ook nu weer laat Google Maps mij in de steek. Het traject tussen Fortun en Lom bleek niet te plannen te zijn terwijl deze weg weliswaar smal en bochtig en door een onherbergzaam gebied ging, maar toch goed te berijden was.


Delen met je netwerk?
(Visited 537 times, 1 visits today)