Sfeervol Porto

De dag begonnen met een uurtje werken en daarna de bus naar Porto genomen. Daar de hele dag gebleven. Wat een fantastische stad ik Porto!!!

Aan het werk voor een uurtje

Vandaag wil ik de hele dag in Porto doorbrengen. Maar voordat ik vertrek moet ik eerst een videoconferentie bijwonen m.b.t. mijn werk. De twee voorstellen die ik indiende werden besproken door de lectoren en zijn er zonder belangrijke veranderingen doorgekomen. Weer een stap verder.

In de Sancto Spirito

Daarna snel mijn spullen bijeengepakt en naar de bushalte gelopen die nog geen 200 m verderop lag. Aanvankelijk ging de rit in snelle vaart door enkele voorstadjes en voordorpen waar de hobbelige wegen niet veel breder waren dan de bus zelf. Je moet tijdens deze rit niet met je arm buiten de bus uit het raam hangen. Maar ik was gerustgesteld door de naam van het vervoersbedrijf: Sancto Spirito.

Porto, de Douro en de Ponte Dom Luis I

Ik stap uit de bus bij de Jardim do Moro. Vervolgens loop ik 200 meter stijl omhoog naar een uitzichtpunt en daar kan je alleen maar stil worden van het fantastische uitzicht: Je kijkt diep naar beneden naar de rivier de Douro en de overkoepelende bekende ijzeren brug in de stijl van Eiffel: de Ponte Dom Luis I.

De rivier wordt druk bevaren door vissersbootjes, vrachtbootjes met fusten port en natuurlijk toeristenvervoer. De kades kunnen ook op grote belangstelling rekenen. Niet alleen bij de toeristen maar ook bij de plaatselijke bevolking. Het is een heel levendig geheel.

En dan dat uitzicht op de oude stad: het lijkt wel of de huizen en kerken op elkaar gestapeld zijn. Daar moet ik dus naar toe. Maar ik zie mijn geest al kruipen: een lange afstand met veel hoogteverschil en een been dat ik nog niet helemaal vertrouw.

Station Sao Bento

Ik loop over de brug heen en kom dan aan in het hartje centrum bij het treinstation. Dat treinstation is een verrassing op zich. In de centrale hal zijn de muren voorzien van immense blauwe tegeltableaus met scenes uit de geschiedenis van Portugal en impressies van het dagelijks leven in de 19e eeuw.

 

De planning van de dag

Ik loop eerst even binnen bij een van de vele nabijgelegen VVV kantoren voor een meer gedetailleerde kaart. De vriendelijke medewerker zegt mij dat het kleine centrum makkelijk in één dag te bekijken is ten minste qua afstand. Alle belangrijke monumenten liggen op niet meer dan een kwartier lopen van elkaar. Als het been meewerkt wil ik de ochtend lopend door de stad doorbrengen en voor de middag teken ik in voor een hop-on-hop-off-bus waardoor ik het grotere gebied van het centrum kan bekijken.

Boekwinkel Lello & Irmao

Na het station is mijn eerste bezoekpunt de wereldberoemde boekwinkel Lello & Irmao. Deze boekwinkel stamt uit 1906 en de inrichting is ongewijzigd gebleven. Dus een monument van Jugendstil interieur achter een neogotische gevel.

Maar o jé. Als ik er aan kom dan staat er een grote rij voor de deur. Even denk ik dat er een bekende auteur zit te signeren maar nee, de mensen komen om het bijzondere interieur te bewonderen. Wachttijd: bijna één uur. Tja zo wil ik niet meewerken aan het massatoerisme en in gedachte de uitspraak van onze vroegere leugenachtige minister van buitenlandse zaken (ja, die van zijn vriendschapsbezoek bij Putin), denk ik dan maar dat ik ook de plaatjes op het Internet kan bekijken.

De Igreja do Carmo e dos Carmelitas

Dan vervolg ik mijn weg naar de Igreja do Carmo e dos Carmelitas. Een merkwaardig gebouw: De hoofdkerk heeft een eenvoudige en mooie renaissancegevel maar ongeveer 150 jaar later hebben de karmelieten er nog maar een kerkje tegenaan gebouwd: rococo in de drukste variant met vreemd genoeg aan de zijkant een immens tegelplateau uit het begin van de 20e eeuw.

Als ik binnen ben krijg ik ook te horen dat er een verstopt huis in de kerk is ingebouwd. Ik verwacht een soort achterhuis van Anne Frank te vinden. Maar het huis blijkt minder verstopt te zijn dan ik had verwacht. Het is me ook niet duidelijk waarom ze het een verstopt huis noemden en waarvoor het diende.

Pens

De volgende stop is voor een lunch bestemd met een typisch gerecht voor Porto: pens. Waarom de bewoners van Porto zo op pens gesteld zijn? Wel toen in de 13e eeuw Hendrik de Zeevaarder op zijn eerste koloniale reis ging naar Marokko, schonk de stad Porto de vorst al het goede eten dat in Porto beschikbaar was. Wat overbleef was pens en dat zijn ze toen maar lekker gaan vinden en daar moeten wij toeristen ook dan maar van genieten.

Mercado do Bolhao

Na de lunch loop ik door naar de immens grote Mercado do Bolhao. Weer een teleurstelling het gigantische gebouw van zeker 125 meter lang wordt verbouwd. Dus er is geen markt.

De kathedraal van Porto

Op mijn schreden terugkerend loop ik naar de Kathedraal van Porto. Deze is nog net binnen de muren van de eerste stadsomwalling gebouwd en diende dan ook tevens als een soort bastion om de veelvuldige aanvallen van vijanden te weerstaan.

Door de eeuwen heen is de kathedraal meerdere keren uitgebreid binnen de beperkingen van de beschikbare grond binnen de stadsmuren. Dat kwam niet ten goede van de stijleenheid van het bouwwerk maar geeft wel een beeld hoe kerkelijke, staatkundige en koopmansmacht zich lieten gelden.

Een vibrerende stad

Het centrum van Porto blijkt een heel levendig stadsdeel te zijn. Niet alleen door de toeristen maar ook door de relatief jonge bevolking. Veel van het leven speelt zich op straat en terrassen af en dat geeft een heel dynamisch karakter aan de stad.

Ook de architectuur is prachtig. Plechtig hoge huizen, vaak van tegels voorzien en eveneens voorzien van kleine en grote balkons met gietijzeren balustrades. Zeer veel stijlen door elkaar. In het begin is het overweldigend en maakt het een drukke indruk. Maar omdat de afwisseling in stijlen zo consequent doorgevoerd wordt zorgt het drukke ook weer voor een soort eigen geheel. Ik heb dat in een andere stad nog nooit zo sterk ervaren.

Inmiddels is het al een eindje in de middag en ik heb het idee dat mijn benen 2 cm korter zijn geworden. Maar… De onwillige spieren en pezen hebben zich fantastisch gehouden en de ca. 10 km die ik gelopen heb zijn zonder al te veel moeite afgelegd.

De oogverblindende architectuur van Porto

Tijd dus voor de hop-on-hop-off-bus door het grotere centrum van de stad. En dat is een openbaring. In het eerste gedeelte gaat de bus door het havengebied met de oude gebouwen van o.a. de haven, handelaren en vissers.

Verder buiten het centrum rijden we over de Avenu da Boa Vista (de langste straat van Porto). We komen voorbij de concertzaal die door Rem Koolhaas is ontworpen. Naar men zegt heeft dat gebouw een revolutie in de Portugese Architectuur te weeg gebracht. Ik weet niet of dat Nederlands chauvinisme is want ik denk dat de Portugese architecten ook geen kleine jongens zijn als ik zie wat ik onderweg al ben tegengekomen.

Op de tweede helft van deze weg en de terugweg langs de oceaan en de Douro raak ik helemaal verbijsterd. Het ene monument na het andere. Naast een gloednieuw 22e-eeuws woonhuis staat een art nouveau gebouw, daarnaast weer een gebouw dat duidelijke sporen draagt van vroeg 20e eeuw (vergelijkbaar met onze koloniale architectuur). En dat gaat maar zo door. Mensen die in architectuur geïnteresseerd zijn raad ik zeker aan om deze route eens te rijden.

Oud en Nieuw

In het centrum van Porto stap ik weer uit de bus en loop over de brug weer terug naar de andere kant van de Douro.

Weer zo een architecturaal wondertje. De oude porthuizen langs de oever zijn voor een gedeelte fraai gerestaureerd en in één geval is die restauratie gecombineerd met een woonhuis dat blijkbaar pas opgeleverd is. Zo mooi, zo stijlvol, zo veel gevoel voor balans tussen oud en nieuw. Ik word er helemaal optimistisch van.

Hoe je met elkaar kunt spreken zonder de taal te kennen

Dan weer terug met de Sancto Spirito. Die bus is erg vol omdat er één bus uitgevallen is. Het is niet bepaald corona-veilig maar iedereen heeft zijn mondkapje op. Je merkt nu dat de Portugezen voor een groot gedeelte afstammen van de tonijnvissers want net zoals ze de tonijn in een blikje proppen zo proppen de Portugezen zichzelf in de bus vol met passagiers. En als je denkt dat de bus vol zit dan gaan ze nog gemeenschappelijk overleggen hoe ze nog meer opeen kunnen staan zodat die laatste twee passagiers ook nog mee kunnen.

Er komt een oudere bruinverbrande dame met veel tassen naast me zitten die blijkbaar naar de markt geweest is. Ik bied aan om enkele tassen op mijn schoot te nemen. Nou dat vind ze heel fijn: obrigado, obrigado en ze begint een heel verhaal af te steken waar ik niets van snap.

Haar dochter die met haar meereist zegt dat ik het niet versta omdat ik buitenlander ben. Nou dat deert haar niet; het ‘gesprek’ gaat in een hogere versnelling en iets luider. De tassen worden opengemaakt en er wordt getoond wat ze allemaal gekocht heeft. Veel stoffen. En ik moet ze allemaal voelen want goede kwaliteit. Als ze er uit moet met haar dochter: nog maar een keer obrigado en adeus.

Drie haltes verder moet ik ook uitstappen en dan is het nog 5 minuten lopen naar de camping. Wat een verschrikking vergeleken met de stad. Maar ja ik ben hier om te overnachten en dan heb ik meestal de ogen dicht.

De kapotte wasmachine van gisteren is gerepareerd en geeft me de gelegenheid om in een gigantisch grote wasmachine en een zo mogelijk nog grotere droger de was te doen. Binnen twee uur is alles gewassen en kurkdroog. Dan nog eten (had ik gisteren al klaar gemaakt) en nog even snel de tekst van de blog schrijven die ik morgen kan uploaden en dan nog even lezen en slapen.

Delen met je netwerk?
(Visited 131 times, 1 visits today)