Camperreis Noorwegen dag 9: Van Henningsvær naar Unstad

Lofoten

Dag 9 van de camperreis Noorwegen: In de ochtend breng ik een bezoek aan het mooie Vikingmuseum in Borg. Daarna rijd ik door naar Nusfjord; een vissersplaats die terecht de status van beschermd dorpsgezicht van de Unesco heeft gekregen. Daarna gaat het verder naar het zuidwesten; naar het einde van de Lofoten. In Å bezoek ik het Norwegian fishing village museum. In de vroege avond vertrek ik naar mijn wonderschoon gelegen overnachtingsplaats aan een baai van een fjord nabij Unstad.

Rond 8.00 uur opgestaan en gedoucht en ontbeten. Daarna met pijn in het hart deze mooie overnachtingsplek verlaten en verder gereden richting zuid westen. Het viel me op dat er al veel jongeren op weg waren, zwaar bepakt met touwen en bikkels om, aan de schoenen te beoordelen, de steile rotswanden te beklimmen die gelijk naast de weg hoog oprijzen.

Natuurlijk weer regen en nog steeds piepende ruitenwissers. Zodanig irritant dat ik op internet gekeken heb wat ik er aan kon doen. De oplossing was simpel: zowel ruit als wissers schoonmaken en afdrogen. Daarna het raam en de ruitenwisser met de kern van een aardappel inwrijven en vervolgens beide nog een keer schoonmaken. Is was sceptisch maar…. Het werkt!

Vikingmuseum

De eerste stop was in Borg. Daar staat het bekende Vikingmuseum. Jaren geleden zijn er door boeren merkwaardige zaken opgegraven. Dat was aanleiding om archeologen in te schakelen en die kwamen er na verdere opgravingen achter dat het hier een long house van een chief betrof. Het longhouse is weer opgebouwd en er is een hele tentoonstelling omheen gebouwd. In folders en gidsen worden musea hier met veel elan beschreven. Soms is de realiteit teleurstellend en soms overtreft het de verwachtingen.

Bij dit Vikingmuseum is het laatste het geval. Via interactieve beeldschermen zijn er fantastische korte inleidingen te zien. Alles zeer smaakvol en effectief ingericht. Vervolgens krijg je een 20 minuten durende film te zien waaruit voor mij een heel ander beeld over de Vikingen naar voren kwam dan dat van de wrede overheersers.

Deze film, en ook de rest van de tentoonstelling ging geheel over de interne gemeenschap van de Vikingen en dat bleek een veel vredelievender beeld op te roepen: sterk afhankelijk van goden en bovennatuurlijke krachten, zeer gericht op stabiele interne verhoudingen en groot belang hechtend aan een duurzame voedselvoorziening. In de tijd dat deze chief leefde was hij in concurrentie met een andere chief en er was bij de Vikingen een ongeschreven wet dat vrijheid en onafhankelijkheid onderling in vrede nagestreefd moesten worden. Dus toen de andere chief machtiger bleek, heeft deze chief zijn zaken opgepakt en is hij met zijn gevolg naar IJsland verhuisd om bloeddorstige conflicten te vermijden. Later is zijn dochter teruggekomen om alsnog de positie van haar vaders tegenstrever over te nemen.

Het verschijnsel long house ken ik ook van Sumatra en Sulawesi en het is opmerkelijk hoe veel overeenkomsten er zijn. In het longhouse leefde de chief met familie en vrienden tot een maximum van ongeveer 45 personen. Er zijn verschillende ruimtes waar men gezamenlijk werkte en sliep en er was één ceremoniële ruimte. Er zijn ter plekke veel gebruiksvoorwerpen en bij de troon van de chief veel sieraden gevonden waarvan er veel tentoongesteld waren. Het verbaasde mij dat ze al over glas beschikten.

Ik kan het niet nalaten om bij tentoonstellingen ook altijd even naar het publiek te kijken. Daarbij vind ik het bijzonder dat mensen niet het geduld kunnen opbrengen om de toch al korte teksten van de audio-rondleiding te beluisteren. Men rent van de ene vitrine naar de andere. Het toppunt (of dieptepunt) was een fransman die als een gek met een ontzettend indrukwekkende camera alles stond te fotograferen met een snelheid die nooit goede foto’s zal opleveren. Geen enkele aandacht voor wàt hij aan het fotograferen was.

Camperreis Noorwegen: Nusfjord

 

Nusfjord

Toen ik buiten kwam kon ik mijn ogen niet geloven: blauwe lucht en een waterig zonnetje. Vol goede moed dus naar het volgende punt; het vissersdorp Nusfjord. Onderweg weer een geheel ander landschap met hoge bergen en witte zandstranden. Nusfjord is een beschermd dorpsgezicht van de Unesco. Die erkenning is alleszins verdiend. Een prachtig in stand gehouden dorp gelegen in een zo mogelijk nog mooiere fjord. Het dorp was klein en had vroeger weinig inwoners maar tijdens het vangseizoen van de kabeljauw kwamen uit het gehele noorden van Scandinavië vissers o.a. naar Nusfjord om geld te verdienen. Ze sliepen in apart voor hen gebouwde huisjes: robuer. Deze werden geëxploiteerd door de vismagnaten. In sommige plaatsen zoals Nusfjord waren er niet voldoende van deze rorbuer zodat vissers van buiten ook in de boothuizen sliepen of zelfs onder hun eigen omgekeerde boot. Tegenwoordig zijn de rorbuer vaak vakantiewoningen.

Het verbaasde mij dat de vissersboten heel erg klein waren. Nu begrijp ik beter waarom. De hang naar zelfstandigheid was groot; dus werken voor anderen of afhankelijk zijn van leningen was uit den boze. Bovendien waren in de winter als er gevist werd, vlak voor de kust de paaigronden van de kabeljauw. Men hoefde dus niet ver de zee op. Er werd gevist met eenvoudige netten maar ook op een nog eenvoudiger wijze (nu nog).

De zee zat zo vol met kabeljauw dat het uithangen van aas naast de vissersboot de kabeljauw in zo grote hoeveelheden aantrok dat ze met een eenvoudige haak zo uit de zee gepikt konden worden. De kabeljauw werd aan land bewerkt en te drogen gehangen op grote rekken om er uiteindelijk stokvis van te maken. Eind juni is de stokvis dan klaar. Ik heb dus alleen lege droogrekken gezien met vissenkoppen die nog weggevoerd moesten worden. Al die dorpen zijn doordrengd van een visgeur, niet onaangenaam maar om daar nou maanden in te moeten wonen.

Waar ik niet helemaal achter gekomen ben is hoe het mogelijk is dat er nog zo veel zelfstandige kleine vissers zijn in een tijd dat de visquota voor veel geld gekocht moeten worden hetgeen een schaalvergroting van de visserbedrijven met zich mee brengt. Hier in Noorwegen schijnt dat niet dat effect teweeg te hebben gebracht.

Het is duidelijk dat de zuidwestelijke dorpen nog minder toeristisch zijn dan de noordelijker gelegen dorpen. Ook is duidelijk dat men vrijwel geheel afhankelijk is van de visvangst. Overal in de havens van die kleine vissersbootjes en overal, over grote oppervlakten, droogrekken voor de kabeljauw.

Campingreis Noorwegen: Op weg naar A

Å

Na Nusfjord verder doorgereisd naar het einde van de Lofoten. Het laatste dorp heet Å, en heel toepasselijk is dat de laatste letter van het Noorse alfabet. In Å is een aardig openluchtmuseum (Norwegian fishing village museum) met gebouwen zoals visserswoningen, smederij, bakkerij, postkantoor, boothuis enz.

Unstad

Het was nu bijna warm buiten in de zon dus heb ik er voor gekozen om een overnachtingsplek aan de westkust te zoeken want ik wilde wel eens weten hoe die zon nu beweegt die maar niet ondergaat. Daartoe ben ik teruggereden nu naar Unstad, een gehucht gelegen aan een prachtige kust. Ik heb er evenwel niet veel van gemerkt. Ik ben er niet veel wijzer van geworden. De zon zakt langzaam richting horizon en verschuift een beetje van links naar rechts. Het is wel een mooi gezicht. Ik heb nog zeker, met jas aan, een uur in de zon buiten kunnen zitten om te genieten van het magnifieke uitzicht.

Tenslotte de gebruikelijke routine. Mails, verslag schrijven, koken (nou ja liever opwarmen) en lezen. Morgen weer terug naar het vaste land.

Campingreis Noorwegen: Unstad

Delen met je netwerk?
(Visited 688 times, 1 visits today)